neuzen
Nederlands
Woordafbreking
- neu·zen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neuzen |
neusde |
geneusd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
neuzen
- inergatief snuffelen, met de neus onderzoeken
- De hond neusde nog wat tussen de passagiers, maar vond klaarblijkelijk geen contrabande.
- inergatief ~ in zoeken
- Hij had wat in die boeken geneusd en nog wat citaten gevonden.
- bemoeien
Gangbaarheid
- Het woord neuzen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neuzen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.