neutraliseerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • neu·tra·li·seer·den

Werkwoord

vervoeging van
neutraliseren

neutraliseerden

  1. meervoud verleden tijd van neutraliseren
    • Wij neutraliseerden. 
    • Jullie neutraliseerden. 
    • Zij neutraliseerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.