neogotiek
Nederlands
Woordafbreking
- neo·go·tiek
Zelfstandig naamwoord
neogotiek v [1]
- een 19e-eeuwse stroming in de bouwkunst verstaan die zich geheel heeft laten inspireren door de middeleeuwse gotiek
- ‘Er moet ook nog een betere beschrijving bij komen en daarnaast een woordje uitleg over de neogotiek, die in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw in Vlaanderen hoogtij vierde.’ [2]
- Post-Plaza is gevestigd in het voormalige hoofdpostkantoor van Leeuwarden en in een voormalig bankgebouw. De laatste vormt een statige entree, klassiek en strak, met her en der wat plafondornamenten. Een hoge glazen tunnel leidt naar het okergele Grand Café in het oude postkantoor. Daar triomfeert de neogotiek, het plafond is hoog en de pilaren en steunbalken zijn rijk versierd. De postkluizen zijn nog intact. Hier bewaart het hotel hun groene goud: de koffiebonen voor hun eigen branderij. [3]
Vertalingen
1. een 19e-eeuwse stroming in de bouwkunst verstaan die zich geheel heeft laten inspireren door de middeleeuwse gotiek
Gangbaarheid
- Het woord neogotiek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'neogotiek' herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- De Standaard ZATERDAG 12 AUGUSTUS 2017
- Volkskrant Anne van Blijderveen 17 november 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.