negenhonderdenzesenveertig

Nederlands

0946
negenhonderdenzesenveertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·en·zes·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdenzesenveertig

  1. "946", langere vorm van negenhonderdzesenveertig, negenhonderd plus zesenveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft negenhonderdenzesenveertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdenzesenveertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • negenhonderdenzesenveertigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdenzesenveertig" ht als linkerdeel

  • negenhonderdenzesenveertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'negenhonderdenzesenveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.