negenhonderdentwintig

Nederlands

0920
negenhonderdentwintig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • ne·gen·hon·derd·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

negenhonderdentwintig

  1. "920", langere vorm van negenhonderdtwintig, negenhonderd plus twintig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft negenhonderdentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot negenhonderdentwintig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • negenhonderdentwintigste

hooftelwoord samengesteld met "negenhonderdentwintig" ht als linkerdeel

  • negenhonderdentwintigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'negenhonderdentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.