naamwoordelijk deeltje van het gezegde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • naam·woor·de·lijk deeltje van het ge·zeg·de

Zelfstandig naamwoord

naamwoordelijk deeltje van het gezegde o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord naamwoordelijk deel van het gezegde
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.