mutsje

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • muts·je
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het ?, in de betekenis van ‘oude vochtmaat’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • [2] [3]

Zelfstandig naamwoord

mutsje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord muts
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord mutsje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.