mochten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  mochten    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈmɔχtə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈmɔxtə(n)/
Woordafbreking
  • moch·ten

Werkwoord

vervoeging van
mogen

mochten

  1. meervoud verleden tijd van mogen
    • Wij mochten. 
    • Jullie mochten. 
    • Zij mochten. 
vervoeging van
mogen

mochten

  1. aanvoegende wijs van mogen in de verleden tijd
    • Artikel 103 is van toepassing op ministers in functie, voor de misdrijven die zij mochten hebben gepleegd zowel in als buiten de uitoefening van hun ambt.  
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.