mirakel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·ra·kel
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘wonder’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1220 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord mirakel mirakels
verkleinwoord mirakeltje mirakeltjes

Zelfstandig naamwoord

mirakel o

  1. een wonderbaarlijke of onbegrijpelijke gebeurtenis
    • Geen vorm van handel of ambacht heeft voor de naam van de steeg vlak achter de Marekerk gezorgd, maar een mirakel. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord mirakel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.