minimaliseren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mi·ni·ma·li·se·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
minimaliseren
minimaliseerde
geminimaliseerd
zwak -d volledig

Werkwoord

minimaliseren

  1. overgankelijk zo klein mogelijk maken, als onbeduidend voorstellen
    • Hij is te bescheiden, als hij zijn rol minimaliseert. 
    • De nieuwe betaalkaart moet de kans op fraude minimaliseren. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord minimaliseren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.