mergelde uit

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mer·gel·de uit
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
uitmergelen

mergelde uit

  1. enkelvoud verleden tijd van uitmergelen
    • Ik mergelde uit. 
    • Jij mergelde uit. 
    • Hij, zij, het mergelde uit. 

Gangbaarheid

  • Het woord mergelde uit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.