melisse
Nederlands
![](../I/m/Melittis_melissophyllum1.jpg)
melisse
Woordafbreking
- me·lis·se
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plant’ voor het eerst aangetroffen in 1543 [1]
- naar citroen geurende plant [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | melisse | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
melisse v/m [3]
- (plantkunde) geneeskrachtige plant waarvan de bloemen veel nectar bevatten en ruikt naar citroen
- De droom is er een van geurende perken, waarin het sappig groen van peterselie, dille, dragon en basilicum zich vermengt met bloeiende tijm, rode zonnehoed en koriander. Zo’n tuin waarin je een opwekkend drankje van mint en citroenmelisse bij elkaar plukt, en die je verse venkelthee tegen darmkrampen schenkt.[4]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord melisse staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'melisse' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "melisse" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- melisse op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Volkskrant PAY-UUN HIU 9 april 2005,
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.