meesturen
Nederlands
Woordafbreking
- mee·stu·ren
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
meesturen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
meesturen |
stuurde mee |
meegestuurd |
zwak -d | volledig |
- samen met andere zaken iets zenden
- Als u opmerkingen heeft over de rekening moet u de kassabon meesturen.
Gangbaarheid
- Het woord meesturen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'meesturen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.