meesturen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mee·stu·ren
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

meesturen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
meesturen
stuurde mee
meegestuurd
zwak -d volledig
  1. samen met andere zaken iets zenden
    • Als u opmerkingen heeft over de rekening moet u de kassabon meesturen. 
Synoniemen
  1. meegeven, meezenden

Gangbaarheid

  • Het woord meesturen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.