meeregeert
Nederlands
Woordafbreking
- meeĀ·reĀ·geert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meeregeren |
meeregeert
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeregeren
- ... dat jij meeregeert.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meeregeren
- ... dat hij meeregeert.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.