meefietsten
Nederlands
Woordafbreking
- meeĀ·fietsĀ·ten
Werkwoord
vervoeging van |
---|
meefietsen |
meefietsten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van meefietsen
- ...dat wij meefietsten.
- ...dat jullie meefietsten.
- ...dat zij meefietsten.
- ...dat wij meefietsten.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.