matchbal

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • match·bal
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord matchbal matchballen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

matchbal m

  1. slag waarmee een (tennis)wedstrijd gewonnen kan worden
    • Bij haar terugkeer op de baan kon Lisicki nog amper bewegen. Verstijfd door een blessure of door stress zag ze Zvonareva op 6-5 komen. In de laatste game vond Lisicki nog even haar vorm terug met enkele stevige slagen, maar na de matchbal stortte de Duitse helemaal in. Huilend lag ze aan de rand van het terrein, waarna ze onder applaus met een brancard werd afgevoerd. [1] 
    • De eerste matchbal, op opslag van Melzer, was meteen de goede voor Malisse die na een uitstekende wedstrijd nu doorstoot naar de achtste finales. [2] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord matchbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.