marker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mar·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • Uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord marker markers
verkleinwoord markertje markertjes

Zelfstandig naamwoord

marker m

  1. een markeerstift die doorzichtige fluorescerende inkt bevat die erg opvalt
    • Door het gebruik van een marker kon de tekst niet meer gekopieerd worden. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord marker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • mar·ker
Naar frequentie 13588

Zelfstandig naamwoord

marker

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van mark


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • mar·ker

Zelfstandig naamwoord

marker

  1. nominatief onbepaald vrouwelijk meervoud van mark


Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Naar frequentie 9282

Zelfstandig naamwoord

marker

  1. nominatief onbepaald gemeenschappelijk geslacht meervoud van mark
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.