manoeuvre

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  manoeuvre    (hulp, bestand)
  • IPA: /maˈnœːvrə/
Woordafbreking
  • ma·noeu·vre
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘handgreep’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord manoeuvre manoeuvres
verkleinwoord manoeuvretje manoeuvretjes

Zelfstandig naamwoord

manoeuvre v/m

  1. Handeling waarmee men de voortgang van een voertuig verandert, zoals bijvoorbeeld een parkeermanoeuvre.
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord manoeuvre staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.