manchetje

Nederlands

Uitspraak
  • [A] Geluid:  manchetje    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈmɑnʃɛcə/
  • [B] Geluid:  manchetje    (hulp, bestand)
    • IPA: /ˈmɑ̃ʃəcə/
Woordafbreking
  • man·che·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

[A] manchètje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord manchet

Zelfstandig naamwoord

[B] mánchetje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord manche
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord manchetje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.