mallen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • mal·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
mallen
malde
gemald
zwak -d volledig

Werkwoord

mallen [2] [3]

  1. stoeien, gekheid maken
Hyponiemen
  • vermallen

Zelfstandig naamwoord

mallen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord mal

Gangbaarheid

  • Het woord mallen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
81 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
mallar

mallen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van mallar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.