magnetiseerde
Nederlands
Woordafbreking
- mag·ne·ti·seer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
magnetiseren |
magnetiseerde
- enkelvoud verleden tijd van magnetiseren
- Ik magnetiseerde.
- Jij magnetiseerde.
- Hij, zij, het magnetiseerde.
- Ik magnetiseerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.