maak gelijk
Nederlands
Woordafbreking
- maak ge·lijk
Werkwoord
vervoeging van |
---|
gelijkmaken |
maak gelijk
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkmaken
- Ik maak gelijk.
- gebiedende wijs van gelijkmaken
- Maak gelijk!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gelijkmaken
- Maak je gelijk?
Gangbaarheid
- Het woord maak gelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.