maak droog
Nederlands
Woordafbreking
- maak droog
Woordherkomst en -opbouw
- uit maak (werkwoord) en droog (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
droogmaken |
maak (…) droog
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogmaken
- Ik maak droog.
- gebiedende wijs van droogmaken
- Maak droog!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van droogmaken
- Maak je droog?
Gangbaarheid
- Het woord maak droog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.