lupus

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lu·pus
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord lupus
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

lupus [2]

  1. huid tuberculose
  2. auto-immuunziekte van de huid
Uitdrukkingen en gezegden
  • homo homini lupus
de mens benadert zijn medemens als een wolf

Gangbaarheid

  • Het woord lupus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.