loochent

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • loo·chent

Werkwoord

vervoeging van
loochenen

loochent

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loochenen
    • Jij loochent. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loochenen
    • Hij loochent. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van loochenen
    • Loochent! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.