lonken
Nederlands
Woordafbreking
- lon·ken
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘een lokkende blik toewerpen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1513 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
lonken |
lonkte |
gelonkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
lonken
- inergatief verleidelijk knipogen
- Zij lonkte naar hem, maar hij ging er niet op in.
Gangbaarheid
- Het woord lonken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'lonken' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.