liquideert
Nederlands
Woordafbreking
- li·qui·deert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
liquideren |
liquideert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liquideren
- Jij liquideert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van liquideren
- Hij liquideert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van liquideren
- Liquideert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.