liep achterop
Nederlands
Woordafbreking
- liep ach·ter·op
Woordherkomst en -opbouw
- uit liep (werkwoord) en achterop (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
achteroplopen |
liep (…) achterop
- enkelvoud verleden tijd van achteroplopen
- Ik liep achterop.
- Jij liep achterop.
- Hij, zij, het liep achterop.
- Ik liep achterop.
Gangbaarheid
- Het woord liep achterop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.