levert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • le·vert

Werkwoord

vervoeging van
leveren

levert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leveren
    • Jij levert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leveren
    • Hij levert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van leveren
    • Levert! 


Noors

Woordafbreking
  • le·vert
Naar frequentie 4051
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud levert
o enkelvoud levert
meervoud leverte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
leverte

Bijvoeglijk naamwoord

levert

  1. geleveerd

Werkwoord

levert

  1. voltooid deelwoord van levere



Nynorsk

Woordafbreking
  • le·vert
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud levert
o enkelvoud levert
meervoud leverte
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
leverte

Bijvoeglijk naamwoord

levert

  1. geleveerd

Werkwoord

levert

  1. voltooid deelwoord van levere
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.