leegloop
Nederlands
Woordafbreking
- leeg·loop
Werkwoord
vervoeging van |
---|
leeglopen |
leegloop
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leeglopen
- ... dat ik leegloop.
Gangbaarheid
- Het woord leegloop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'leegloop' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.