late

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • la·te

Bijvoeglijk naamwoord

late

  1. verbogen vorm van de stellende trap van laat


Engels

Uitspraak

Bijvoeglijk naamwoord

late

  1. laat


Spaans

Werkwoord

vervoeging van
latir

late

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van latir
  1. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van latir
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.