lakenen
Nederlands
Woordafbreking
- la·ke·nen
Zelfstandig naamwoord
lakenen mv
- Claes Gael was lakenverkoper en wordt genoemd als waardijn van de wollen lakenen. [1]
Bijvoeglijk naamwoord
lakenen
- (verouderd)(materiaalkunde) vervaardigd uit laken (zeldaam)
- Deze laetsten bestonden voornamelyk in lakenen en linnen stoffen van verschillenden aerd, waer onder het scharlaken het voornaemste was. [2]
Gangbaarheid
- Het woord 'lakenen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Verwijzingen
- Verwer, W.J. (J.J. Temminck, ed) Memoriaelbouck. Dagboek van gebeurtenissen te Haarlem van 1572-1581 (1973) Schuyt, Haarlem; ISBN 9060970357; p. ii; geraadpleegd 2015-02-12
- Conscience, H. Geschiedenis van België. (1845) J.-E. Buschmann, Antwerpen / Alex. Jamar, Brussel; p. 185; geraadpleegd 2015-02-12
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.