labbekak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lab·be·kak
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vreesachtig persoon’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1620 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord labbekak labbekakken
verkleinwoord labbekakje labbekakjes

Zelfstandig naamwoord

labbekak m

  1. (scheldwoord) lafaard, flauwerd, flauwerik
    • Die man wordt vaak een labbekak genoemd. 

Gangbaarheid

  • Het woord labbekak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
64 %van de Nederlanders;
74 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.