laad vol
Nederlands
Woordafbreking
- laad vol
Woordherkomst en -opbouw
- uit laad (werkwoord) en vol (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
volladen |
laad (…) vol
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volladen
- Ik laad vol.
- gebiedende wijs van volladen
- Laad vol!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van volladen
- Laad je vol?
Gangbaarheid
- Het woord laad vol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.