kruiselings
Nederlands
Woordafbreking
- krui·se·lings
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘kruisgewijs’ voor het eerst aangetroffen in 1844 [1]
- Naamwoord van handeling van kruisen met het achtervoegsel -lings met het invoegsel -e- [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | kruiselings | kruiselingser | kruiselingst |
verbogen | kruiselingse | kruiselingsere | kruiselingste |
partitief | kruiselings | kruiselingsers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
kruiselings [3]
- twee lijnen die elkaar kruisen in de vorm van een kruis
- Een pictogram met kruiselings een mes en een vork is het teken voor een restaurant.
- Bestrooi de zalmfilet rondom licht met zout en peper. Snijd de zalm in stukken van circa 2,5 x 5 cm. Rol ze of pak ze in met plakjes ontbijtspek en steek in elk spek-zalmpakketje kruiselings 2 satéprikkers. Leg de zalmspiesen tot gebruik afgedekt in de koelkast. [4]
- over en weer, bij elkaar
- Maandag was de Duitse Milieuminister Barbara Hendricks nog in ons land. Zij kwam met minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon en energieminister Marie-Christine Marghem overeen dat België en Duitsland kruiselingse inspecties gaan organiseren van elkaars kerncentrales.[5]
Gangbaarheid
- Het woord kruiselings staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kruiselings' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "kruiselings" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- kruiselings op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Loethe Olthuis 19 augustus 2016
- De Standaard 02/02/2016 wver
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.