kransen
Nederlands
Woordafbreking
- kran·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kransen |
kranste |
gekranst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
kransen
- wederkerend een krans vormen
- Aan de tafel, midden in de kamer, met het roode tafelkleed, waarop zich akelig zwarte bloemen kransten, zat een bleek schepseltje, een groote mand met maaswerk vóór zich.[1]
Gangbaarheid
- Het woord kransen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kransen' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "Hilda van Suylenburg"
Cécile de Jong van Beek en Donk, 1897
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.