kozen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: kozen (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈko.zə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈko.zə(n)/
Woordafbreking
- ko·zen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
kozen |
koosde |
gekoosd |
zwak -d | volledig |
Afgeleide begrippen
- koosnaam, kozer, kozerij
Werkwoord
vervoeging van |
---|
kiezen |
kozen
- meervoud verleden tijd van kiezen
- Wij kozen.
- Jullie kozen.
- Zij kozen.
- Wij kozen.
Gangbaarheid
- Het woord kozen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kozen' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.