kortwieken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • kort·wie·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘de slagpennen van een vogel wegnemen’ voor het eerst aangetroffen in 1717 [1]
  • Samenstellende afleiding van de stam van korten en wiek met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
kortwieken
kortwiekte
gekortwiekt
zwak -t volledig

Werkwoord

kortwieken

  1. overgankelijk een vogel het vliegvermogen ontnemen door de slagpennen te verwijderen
    • Zij hadden de zwanen gekortwiekt zodat ze niet ontsnappen konden. 
  1. overgankelijk overdrachtelijk het vermogen tot handelen van een persoon of organisatie drastisch inperken
    • Daarmee werd de macht van het constitutionele hof gekortwiekt. 

Gangbaarheid

  • Het woord kortwieken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.