konkel
Nederlands
Woordafbreking
- kon·kel
Werkwoord
vervoeging van |
---|
konkelen |
konkel
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van konkelen
- Ik konkel.
- gebiedende wijs van konkelen
- Konkel!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van konkelen
- Konkel je?
Gangbaarheid
- Het woord konkel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'konkel' herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
55 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.