koeren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • koe·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘het rollende geluid van duiven maken’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
koeren
koerde
gekoerd
zwak -d volledig

Werkwoord

koeren

  1. inergatief een geluid als van duiven voortbrengen
    • "Ja, oh, wat heerlijk" koerde ze. 
Verwante begrippen
  • gekir
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord koeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
83 %van de Nederlanders;
78 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.