koeren
Nederlands
Woordafbreking
- koe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘het rollende geluid van duiven maken’ voor het eerst aangetroffen in 1599 [1]
- [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
koeren |
koerde |
gekoerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
koeren
- inergatief een geluid als van duiven voortbrengen
- "Ja, oh, wat heerlijk" koerde ze.
Verwante begrippen
- gekir
Gangbaarheid
- Het woord koeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koeren' herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
78 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.