koeioneerde
Nederlands
Woordafbreking
- koei·o·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
koeioneren |
koeioneerde
- enkelvoud verleden tijd van koeioneren
- Ik koeioneerde.
- Jij koeioneerde.
- Hij, zij, het koeioneerde.
- Ik koeioneerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.