koeioneer
Nederlands
Woordafbreking
- koei·o·neer
Werkwoord
vervoeging van |
---|
koeioneren |
koeioneer
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeioneren
- Ik koeioneer.
- gebiedende wijs van koeioneren
- Koeioneer!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koeioneren
- Koeioneer je?
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.