knuffeling
Nederlands
Woordafbreking
- knuf·fe·ling
Woordherkomst en -opbouw
naamwoord van handeling knuffelen met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knuffeling | knuffelingen |
verkleinwoord | knuffelingetje | knuffelingetjes |
Zelfstandig naamwoord
knuffeling v
- een liefdevolle, troostende omhelzing
- Dat is mevrouw Ten Braak - je weet wel - stelde daarna m'n moeder voor. En ik was natuurlijk niet zo stom om te zeggen; Aangenaam; maar nestelde me bij moeder, en onderging de extra-knuffeling.[1]
Gangbaarheid
- Het woord 'knuffeling' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.