knoert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • knoert
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘harde slag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord knoert knoerten
verkleinwoord knoertje knoertjes

Zelfstandig naamwoord

knoert m

  1. iets bijzonder groots en opvallends
    • Wat een knoert van een fout was dat, zeg! 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord knoert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.