knoert
Nederlands
Woordafbreking
- knoert
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘harde slag’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1961 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | knoert | knoerten |
verkleinwoord | knoertje | knoertjes |
Zelfstandig naamwoord
knoert m
- iets bijzonder groots en opvallends
- Wat een knoert van een fout was dat, zeg!
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord knoert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knoert' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.