knibbelen
Nederlands
Woordafbreking
- knib·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
knibbelen |
knibbelde |
geknibbeld |
zwak -d | volledig |
Hyponiemen
- afknibbelen, beknibbelen
Afgeleide begrippen
- knibbelaar, knibbelachtig, knibbelarij, knibbelig, knibbelspel
Gangbaarheid
- Het woord knibbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'knibbelen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.