beknibbelen
Nederlands
Woordafbreking
- be·knib·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beknibbelen |
beknibbelde |
beknibbeld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
beknibbelen [2]
- inergatief ~ op relatief kleine verlagingen op een begroting toepassen
- Er werd wat beknibbeld op defensie, maar de grote klappen vielen in het onderwijs.
Gangbaarheid
- Het woord beknibbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beknibbelen' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.