beknibbelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·knib·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beknibbelen
beknibbelde
beknibbeld
zwak -d volledig

Werkwoord

beknibbelen [2]

  1. inergatief ~ op relatief kleine verlagingen op een begroting toepassen
    • Er werd wat beknibbeld op defensie, maar de grote klappen vielen in het onderwijs. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord beknibbelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.