klonter

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • klon·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord klonter klonters
verkleinwoord klontertje klontertjes

Zelfstandig naamwoord

klonter m

  1. een brok min of meer vaste stof in een vloeiende massa
    • Je moet goed roeren anders krijg je klonters. 
Synoniemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
klonteren

klonter

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klonteren
    • Ik klonter. 
  2. gebiedende wijs van klonteren
    • Klonter! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klonteren
    • Klonter je? 
Opmerkingen
  • Door de betekenis ervan komt het werkwoord vrijwel alleen in de derde persoon voor.

Gangbaarheid

  • Het woord klonter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.