kloffie
Nederlands
Woordafbreking
- klof·fie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Jiddisch, in de betekenis van ‘Bargoens: pak, kostuum’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860 [1]
- uit het Jiddisch / Bargoens
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kloffie | kloffies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
kloffie o
- (kleding) armoedige, informele, eenvoudige kleding
- Oud-soldaat Georges Duroy (Robert Pattinson) heeft geen cent te makken. In zijn sjofele kloffie, de enige kleren die hij bezit, loopt hij met hongerige maag door Parijs. Vol afgunst kijkt hij naar binnen bij de Folies Bergères waar de drank rijkelijk vloeit en er gulzig gegeten wordt. Duroy wil dolgraag bij de gevestigde orde horen. Daar doet hij alles voor, zoals de veertiende verfilming van Guy de Maupassants roman Bel-Ami (1885) laat zien. [2]
- Hij compenseert en versterkt de rest van het tenue: bij een zaterdags kloffie fungeert hij als oppepper en naar het werk als onderstreping van goede smaak[3]
Gangbaarheid
- Het woord kloffie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'kloffie' herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
28 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "kloffie" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- NRC 1 april 2014
- Volkskrant Vanessa Oostijen 27 augustus 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.