klim
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
klim m
- een tocht waarbij geklommen wordt or moet worden
- Hoe bereken je hoe steil een klim is?
Werkwoord
vervoeging van |
---|
klimmen |
klim
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klimmen
- Ik klim.
- gebiedende wijs van klimmen
- Klim!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van klimmen
- Klim je?
Gangbaarheid
- Het woord klim staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klim' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.