klewang
![](../I/m/COLLECTIE_TROPENMUSEUM_Drie_jonge_Molukers_van_de_Tanimbar-eilanden_met_hoofdtooien_speren_en_klewangs_TMnr_10005682.jpg)
Drie jonge Molukkers met speren en klewangs
Nederlands
Woordafbreking
- kle·wang
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘kort, breed zwaard’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1768 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | klewang | klewangs |
verkleinwoord | klewangetje | klewangetjes |
Zelfstandig naamwoord
klewang m
- (militair) een kort Indonesisch zwaard geschikt voor man-tot-mangevechten
- Van Heutsz stelde de klewang verplicht voor zijn soldaten.
Gangbaarheid
- Het woord klewang staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'klewang' herkend door:
42 % | van de Nederlanders; |
7 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.